Advocatenkantoor Nass

12 november 2011

Weigeren onbetaald werk: een maand geen uitkering

Wie een bijstandsuitkering ontvangt is niet alleen verplicht te solliciteren. Op grond van het bepaalde in artikel 9 lid 1 onder b van de Wet Werk en Bijstand is de bijstandsgerechtigde ook verplicht gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Dit kan een verplichting tot het verrichten van onbetaald werk inhouden. Dit wordt soms “vrijwilligerswerk” en soms “dwangarbeid” genoemd. In een uitspraak van 25 oktober 2011 liet de Centrale Raad van Beroep een beschikking waarbij een bijstandsgerechtigde die geweigerd had van een dergelijke voorziening gebruik te maken voor een maand van bijstand was uitgesloten, in stand. De Centrale Raad van Beroep stelde voorop dat het niet aan appellant maar aan het College was op te bepalen welke re-integratievoorziening is aangewezen om het beoogde doel, arbeidsinschakeling, te bereiken. Het werk dat de uitkeringsgerechtigde moet doen moet dus wel tot doel hebben arbeidsinschakeling te bereiken. Als de gemeente een uitkeringsgerechte bijvoorbeeld opdraagt in de plantsoenendienst te gaan werken en dat niet bijdraagt aan het verkrijgen van betaald werk, voldoet deze voorziening dus niet aan de eisen die daaraan gesteld kunnen worden. Als de gemeente stelt dat dergelijk werk wel is aangewezen om arbeidsinschakeling te bereiken, wordt het voor de uitkeringsgerechtigde al lastiger om te weigeren. In het onderhavige geval ging de Centrale Raad van Beroep in aanmerking dat appellant al twaalf jaar geen dienstbetrekking had gehad en de proefplaatsing zorgvuldig was gekozen. Onder die omstandigheden is bij weigering een uitsluiting van bijstand voor een maand mogelijk. Zie hier de uitspraak.